Parkinson

Parkinson

Parkinson

Bij de ziekte van Parkinson ontstaat in de hersenen een tekort aan de neurotransmitter dopamine. Cellen die dopamine produceren sterven langzaam af. Deze cellen bevinden zich vooral in een bepaald gedeelte van de hersenen, de substantia nigra. Door het dopaminetekort wordt de aansturing van spierbewegingen aangetast en gaan armen en benen beven. Tegelijkertijd worden spieren stijf, waardoor lichaamsbewegingen moeilijker op gang komen.

Symptomen

Bevende, trillende armen en benen (tremor). Juist in rust gaan de lichaamsdelen trillen (tegenovergestelde van essentiële tremor). Schuifelende pasjes kenmerken de parkinsonpatiënt. De lichaamshouding raakt verstoord, net als de spraakmotoriek: in gesprekken reageert een parkinsonpatiënt vaak traag, de emotie verdwijnt uit de spraak. Ook de gezichtsspieren worden niet meer goed aangestuurd; hierdoor kan een parkinsonpatiënt een ‘maskergezicht’ krijgen en problemen met slikken. In combinatie met de voorovergebogen lichaamshouding verklaart dat het naar buiten lopen van speeksel.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld aan de hand van de symptomen, niet door middel van een (hersen)scan. De eerste verschijnselen beginnen in de regel tussen 50 en 70 jaar, met de grootste kans tussen 70 en 80 jaar.

Gevolgen

Parkinson is een progressieve aandoening, een ziekte die verergert na verloop van tijd. Naarmate parkinsonpatiënten ouder worden, stijgt de kans op het krijgen van dementie. Parkinsonpatiënten zijn ook vatbaar voor het krijgen van een depressie. Ongeveer 50% van de patiënten met de ziekte van Parkinson krijgt last van vermoeidheid. Meestal is het al vroeg in de ziekte en blijft de vermoeidheid hardnekkig bestaan. Soms wordt de vermoeidheid niet goed onderkend als op zichzelf staand symptoom, omdat vooral de motorische symptomen worden gezien. Net als bij de andere hersenaandoeningen versterken depressieve symptomen en vermoeidheid elkaar.

Behandeling

De behandeling is vooral gericht op de motorische problemen. Fysiotherapie helpt om soepeler te kunnen bewegen, logopedie helpt bij de spraakproblemen en ergotherapie biedt ondersteuning om de gewone dagelijkse bezigheden langer zelfstandig te kunnen uitvoeren. Er vindt veel wetenschappelijk onderzoek plaats naar de ziekte van Parkinson. Hierdoor zijn al meerdere medicijnen beschikbaar, die zich vooral richten op het aanvullen van het dopaminetekort, zoals Levodopa (vaak kortweg dopa genoemd). Een hersenoperatie kan ervoor zorgen dat het beven en de stijfheid minder worden, maar daartoe wordt vooral besloten als het overmatige beven niet meer door de medicijnen wordt tegengegaan.

Cijfers

De ziekte van Parkinson is een relatief veel voorkomende hersenaandoening. Naar schatting lijden 44.000 in Nederland aan de ziekte van Parkinson. Het begint meestal op latere leeftijd (tussen vijftigste en zestigste jaar), en treft dus vooral ouderen. Toch is een klein deel van de patiënten, ongeveer 10%, jonger dan veertig jaar.

 

Chat with us on WhatsApp